Fascinatie voor brievenbussen

Dit weekend waren de kleinkinderen met hun ouders bij ons gelogeerd. Natuurlijk hebben we weer heel veel meegemaakt en gedaan, maar ik haal er één voor mij frappant dingetje er tussen uit. Wij gingen namelijk met z’n drietjes, zoon Aron, kleinzoon Rein en ik even naar de speeltuin. Het is dichtbij en Rein kan dat gemakkelijk belopen, temeer daar hij als hij ‘los’ mag, er steevast een galopje tegenaan gooit of een ‘lichte draf’, in paardrij- termen gesproken. Stapvoets is er zelden bij. Wij bereikten al spoedig de speeltuin en Rein genoot daar volop. Het is wel eens fijn om de volle aandacht te hebben van papa en oma zonder die durfal van een zus van hem. Toen hij de derde maal een voormalig enge glijbaan nam, werd hij zelfs zo overmoedig dat hij er eigenlijk meer indook dan rustig plaatsnam. Het liep goed af, alles ging trouwens goed en bovendien waren daar vier handen ter redding aanwezig. Ik zelf heb ook even een enge glijbaan gedaan, een rondlopende, tot groot plezier van Rein, maar dit tussen haakjes.  We gingen weer op weg naar huis. Rein, die er juist een flinke draf in gezet had, bleef plotseling stokstijf staan. Wat zag hij daar? Een brievenbus. Hij wilde weten wat dat nu voor iets was. Een brievenbus legde zijn vader uit en toevallig kwam er net een meisje aanlopen met een brief, die zij in die bus deed. Rein zag het en draafde tevreden weer door. Thuisgekomen speelden zij minstens een uurtje ‘brievenbus’. Mare, zijn zus, had vindingrijk de kinderstoel onder de tafel geschoven en zo was een smalle gleuf ontstaan, precies een brievenbus.

Een ander spel.....

Opeens moest ik denken aan vroeger. Wij hadden een opa, die achter in zijn nek –duidelijk te zien vanwege een bijna kaal hoofd- een gleuf had, een huidplooi, maar wij kinderen zagen daar duidelijk een brievenbus in. Mijn opa was een leuke opa en dus vond hij het best als wij zijn achterhoofd als brievenbus gebruikten. Grappig weer hoe alles, nee véél zich herhaalt. Over een tijd zijn er misschien  helemaal geen bussen meer en zal er een einde komen aan dit fascinerend gebeuren, maar gelukkig vinden kinderen dan weer een totaal nieuw spel uit. Wat voor een spel? Ik wacht maar af.  Hoe zou ík het ook weten, nietwaar?  Trouwens honden hebben ook soms iets met postbodes of liever tegen postbodes. Nog steeds heb ik wel eens gehoord.

 

Advertentie

Heerlijke herfst

Tot zover valt die herfst mij reuze mee. Ik zal het maar heel zachtjes zeggen, want het kan zomaar voorbij zijn.  “Kwaster”, zei  ik laatst in de auto, want hoewel ik aan het breien was, gingen mijn ogen toch wel telkens richting natuur, “de herfst is nu op zijn mooist, denk ik…qua kleuren  dan”. Ik geloof dat Kwaster knikte. Het is dus genieten eigenlijk. Alleen jammer dat de winter erna komt. Ik heb daar een hekel aan. Als die nu een paar weken duurde, allà, maar steeds heb ik het idee dat wij een half jaar winter hebben en maar een krap half jaar lente, zomer en herfst in elkaar gepropt en dan ook nog eens een rommeltje, speciaal dit jaar. Ik leg mij er bij neer, want iets anders kan ik toch niet doen. Wel laat ik u enige herfstdingen zien, waarvan ik bij één foto niet verklap wat het is. De compositie heb ík gemaakt, maar ik heb wel deze dingen van de grond opgeraapt. Tjonge, wat zou dat nu zijn? Weet u het misschien?

En dan deze door mij gesnoeide lavendel. Ik wilde er eens –zeer huishoudelijk- van die witte zakjes voor maken en dan er de betreffende bloempjes in doen. Het kwam er niet van. Zelfs de zakjes heb ik nog niet gemaakt en ik denk dat nu de geur lang niet meer zo sterk is. Ik had het in een doos gedaan en zo open in de gang laten staan. Nee, het heeft nu geen zin meer, wel?

En als nummer 3 heb ik een gedicht voor u. Het was mij toegestuurd door een liefhebster van de Duitse literatuur en het gaat over de ……jawel, de Herfst. Hier komt het:

 Eduard Mörike:

Septembermorgen

Im Nebel ruhet noch die Welt, 
Noch träumen Wald und Wiesen: 
Bald siehst Du, wenn der Schleier fällt, 
Den blauen Himmel unverstellt, 
Herbstkräftig die gedämpfte Welt 
In warmem Golde fließen. 

 En vooruit nog een kleine toegift.

 

Breien in de auto

Zou het kunnen zijn dat je een behoorlijke stijve kont krijgt door 2 x 2 uur in de auto te zitten breien? Dat is namelijk wat ik gisteren deed.  Ik zat niet aan het stuur, maar dat begreep u wel. Wij, Kwaster en ik, gingen mijn moeder een bezoekje brengen. En omdat ik sommige dingen van de breikunst niet helemaal beheerste kennelijk, daar er gaatjes ontstonden waar die beslist niet hoorden, besloot ik tevens mijn moeder hierover te raadplegen. Zij was vroeger een ster in al dat soort dingen en niet alleen daarin. Omdat ik die breidingen toch bij mij had en ik zo lang in de auto zitten dodelijk saai vind, ging ik gewoon door met de Kerstal. Ik moet zeggen, dat het wel veel meer wiebelde dan gewoon thuis op de bank en vooral in de bochten dreigden de steken in het rond te vliegen, temeer omdat Kwaster een sportieve rijstijl heeft, maar het ging toch tamelijk goed. Ik heb bijna een compleet ‘kleedje’ voor de Kerstengel gebreid. Mijn moeder heeft mij enkele dingen voorgedaan en daar genoot zij van. Het was weer een beetje zoals vroeger; vond ik ook eigenlijk. Om niemand van mijn familie voor het hoofd te stoten, plaats ik hier alleen haar breiende handen.  Ook zijn wij in het verleden gedoken, daar Kwaster haar stambomen, door hem zelf uitgepuzzeld, mee had genomen, zowel die van haar vaders kant als die van haar moeder. Zij vond het leuk en ging het nog nader bestuderen. Ondanks dat zij beweert niet meer de goede gastvrouw te kunnen zijn, konden wij kiezen uit speculaas, soesjes en chocoprinsen, bonbonnetjes en chocolaatjes en….worstenbroodjes ook nog.  Ook zijn wij weer helemaal bijgepraat. Ja, een bijzondere vrouw,  mijn moeder.

Mijn moeder aan 't breien

P.S. Ik zal toch eens vragen of ik niet nog eentje mag plaatsen. Er zijn zo leuke en kleurige bij.

Stukje dorp

Twee foto’s die ik gisteren op een wandelingetje door het dorp gemaakt heb. Eigenlijk niks bijzonders, maar voor mij wel. Ik ben iedere keer weer stomverbaasd als er eens een foto echt gelukt is. Vooral als de horizon ook  recht is.  In mijn ijver om dat goed te doen, gaat er juist steeds meer scheef staan.

Het wordt al een beetje herfst (1)

 Maar deze twee, jawel, mooi!!  Daarom plaats ik ze hier zodat u eventueel “OH” en “AH” zou kunnen roepen. Bovendien zijn ze ook wel typerend voor ons dorp. Het bárst hier namelijk van de sloten. Dat was vroeger wel anders. Na de ruilverkaveling, die wij nog even meegemaakt hebben –zie voor u een lange polderschuit met een boer en een koe erop- werden voor de ‘overloop’ uit Amsterdam ijverig heel veel sloten dichtgegooid, gedempt en schoten er gloednieuwe woonwijken op uit de boerenklei. Nu, zo veel jaar later gebeurde het tegendeel.  De sloten werden, waar mogelijk, weer ‘ontdempt’ en er werden zelfs kersverse extra gegraven, zodat de nieuwkomers  allemaal een huis ‘aan eigen vaarwater’  konden kopen en geleidelijk aan de Westfriese  bevolking ook.

Het wordt al een beetje herfst (2)

Vreemd kan het toch toegaan. In plaats dat men uitgaat van een bestaande situatie en het plan daaraan aanpast, nee hoor, “weg met die sloten” en dan weer “terug met die sloten”. Over dit soort dingen verbaas ik mij voortdurend. Een eeuwige verspilling van natuur, energie en geld. Maar goed, het was mooi weer, het is nog steeds mooi weer en zie hier mijn foto’s.   

Een Mariajurkje

Mariakleedje in wording

Geschreven gisteren, vrijdagavond, ongeveer 8 uur. U raadt nooit waar ik aan bezig ben. Ik zal het  maar verklappen. Ik ben een kerststal aan het breien . Nou???????  Omdat ik geen lichtbruine wol heb voor de kerstfiguren, die immers oorspronkelijk uit het midden oosten kwamen en dus niet zo roze zijn als wij,  blanken, kon ik niet met een figuur beginnen.  Ik had wél roze wol, érg roze…, maar even dacht ik nog dat het misschien voor een engel wel zou kunnen, maar nee, ik ga morgen een passende kleur kopen.  Maar ik moest en zou zovast wat breien…. Ha, ik wist het. Ik kon zovast met een kledingstukje beginnen.  Ik ben nu een hemelsblauw jurkje voor Maria aan het breien. Maria moet toch wel in het blauw, stond in het boekje, dat ik gekocht had.  U denkt toch niet dat ik dit zelf verzonnen heb? Een kerststal breien???? Nee, helaas niet. Maar ik ga verder natuurlijk mijn hele fantasiekraan erbij openzetten.  Jozef wordt vast een hippe figuur en het kindje, o dat is zo leuk. Hij heeft een keurig bol broekje aan en ligt in een trappelzakje met capuchon in zijn kribbe, alles gebreid.  En straks komen de herders, daar weet ik ook wel raad mee.  Knappe stoere mannen zullen door mij gebreid worden.  Nou ja, laat ik niet op de zaak vooruitlopen, want het moet wel tegen de Kerst klaar zijn. Mocht het niet zo snel gaan, kan ik ook beginnen met een groepje, Jozef, Maria en het kindje, misschien een schaapje erbij.  Desnóóds alleen een moeder met kind. Hoewel….dan denkt men misschien aan een bommoeder, maar die zijn weer geen maagd. Moeilijke kwestie.  Wel raar hè, ik een onchristelijke, die -op z’n Vlaams  gezegd- een Maria kleedje aan het breien ben. En alles wordt daar gebreid, hè, ook de geschenken van de drie wijzen. Ik ben nu al benieuwd wat ik voor voorwerpjes of dingen die van pas komen, extra zal breien. Een lekker kussentje voor als Maria haar kindje voedt, als steun. Van die spuuglapjes, navelbandjes en slabbetjes. En voor de moeder wat Mariakoekjes om aan te sterken. Voor Jozef, die goeierd, ‘n pint bier om ‘het scheel eraf’ te drinken. Dat soort dingen. Maar na Kerst komt Pasen en het zou dan een logisch gevolg zijn om de grootgeworden Jezus aan het kruis te gaan breien……niet beledigend bedoeld, zomaar een losse gedachte.  Oké oké, een beetje mesjogge ben ik wel. Maar dat geeft niet.

Een verrassende ontmoeting

Weet u nog dat ik eergisteren een dagje uitging in mijn  uppie? Naar Enkhuizen?  Ik heb daar nog weinig over verteld. Het leek mij niet zo erg de moeite, het stadje wel, maar mijn bezigheden niet zo. Maar toch had ik daar een verrassende ontmoeting. U weet misschien dat ik tegenwoordig ook op facebook zit (of sta of hang of wat….) ? Nu ja, een tijd geleden werd ik bevriend,  op dat facebook dan, met een Poolse kunstenares, die ooit hier in de school geëxposeerd heeft en tevens lid van de Boterhal is. Ik had haar al zeker 6 jaar niet meer gezien. Afijn, Ik loop wat te zoeken bij de Hema naar een soort van tas, omdat die van mij op het punt staat de geest te geven, daar de hengsels gevaarlijk aan het doorslijten zijn.  Nog één draadje en….KRAK; dat moet ik niet hebben natuurlijk met mijn bijzonder fraaie inkopen. Ik kijk naar de klantenservice, maar die  is tevens kassa en daar staat een hele rij, ik zie elders iemand staan in een Hema jasje met een of ander apparaatje, zal ik haar aanspreken voor een Hema tas, maar nee, zij heeft het druk. Ik neem iets uit een rek, wat altijd van pas komt, ga in de rij staan, reken af en ik krijg een grote plastic tas erbij. Mooi. Vervolgens kijk ik nog even rond en opeens word ik op mijn schouder geklopt en roept iemand enthousiast: “Ja, u bent het…ja, ja, wat leuk……wij zijn vrienden van facebook, ja?” Het dringt tot mij door. “Ja, Kamila toch? Heee, wat grappig. Ik had het niet gezien……” en wij lachen samen vrolijk om dit toeval.  Wij maken een praatje, wij lachen nog meer. “Zit je nog in de kunst?”, vraag ik. “Jawel, jawel, maar hier moet ik mijn brood verdienen, hahaha”, vertelt zij en kijkt verontschuldigend. “Natuurlijk, ja, ik heb vroeger ook van alles gedaan, hoor!” zeg ik. Wij krijgen nu echt een beetje de slappe lach. “Ja ja, is heel leuk, niet?” Zij spreekt best duidelijk Nederlands, met een licht accent. Thuisgekomen schrijf ik haar op facebook. Wij zijn nu van plan elkaar binnenkort eens te ontmoeten, want ‘echt waar, zo’n lieve, spontane en leuke vrouw ontmoet zij maar zelden…….” , schrijft zij terug.  U vind het misschien wat verwaand dat ik dit even vermeld, maar ja….zo iets hoor ik ook niet elke dag en ik zie ook niet vaak zo’n blij gezicht opeens voor mijn snoet staan.

Stap één

Geregeld eens op mijn eentje er tussen uit gaan, dat was één van mijn te-doe-dingen.  Dat klinkt heel gemakkelijk en als ik het eens deed, kwam ik altijd heel voldaan terug. Toch kwam er de laatste tijd weinig van. Het is gemakkelijker om wat in je eigen dorp rond te scharrelen, wat te lezen, wat op te ruimen en noem maar op. Af en toe probeerde ik ook weer op mijn atelier serieus aan het werken te slaan, maar als het dan niet zo lukte, gaf ik het maar een dagje op. Zo’n dagje kan danig uit de klauwen lopen, het kan zelfs uitgroeien tot weken, zelfs maanden. Tja….en daarvoor heb je geen atelier natuurlijk. Dat is geen leuke situatie, zal ik u zeggen en al helemaal niet bevredigend. Nu gingen mijn gedachten als volgt: “Als ik nu begin met er even tussen uit te gaan, komt er misschien frisse energie in mij los en heb ik nog 3 dagen over deze week, met het weekend mee zelfs 5, om iets aan de kunst te doen, wat dan ook en vooral weer regelmaat zien te krijgen. Dat is eigenlijk het belangrijkste in mijn vak. Veel mensen denken vaak  aan ‘inspiratie hebben’ maar die heb ik altijd in overvloed, té veel misschien. Enfin, ik ging met de trein naar Enkhuizen. Voor fietsen waaide het mij te hard en ik moest ook nog steeds mijn vernieuwde OV chipkaart uitproberen. Wat ik allemaal in Enkhuizen uitspookte, is voor u niet zo interessant én….ik ga nu naar mijn atelier. Niet van plan zijn, maar DOEN dus. Misschien vertel ik een andere keer wat over ‘t uitje. Ik laat u wel een foto zien. Is toch zovast wat?

Westerstraat met links Grand Café Van Bleijswijk

Vruchtbare gesprekken

In het weekend –lijkt al weer lang geleden- had ik wat diepgaande gesprekken met iemand. Eerst schrok ik er soms wat van en ging mijzelf verdedigen, maar later drong het misschien pas goed tot mij door. Ik heb het in mijn oren geknoopt  en er in de meest praktische zin lering uit getrokken . Het gaat mij om deze zin: ‘Van plan zijn, ja van plan zijn……dáár hebben we niks aan, maar waarmaken, uitvoeren die hap, DOEN dus !’ Ik heb het een beetje vrij vertaald, in mijn eigen woorden opgeschreven.  En zegt u nu zelf, een voortvarend gezegde. Daar heb je nog eens wat aan. Morgen of zo….nee, niet of zo, DOEN, doe ik een logje schrijven over hetgeen ik gisteren dan ook daadwerkelijk deed. Weet u misschien ook zo’n gezegde waar je wat mee kunt, wat je waar kunt maken??

'Wat een uitzicht, mensen !'

Hoe God verdween uit Jorwerd

Na lang zoeken heb ik Geert Mak’s boek:  ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’  tweedehands op de kop getikt. Het was een van de eerste boeken die ik van hem las. Ik leende het destijds van de bibliotheek en wilde het al heel lang nog eens herlezen. Ik was benieuwd of ik het nog steeds zo geweldig vond en of het mij weer zou ontroeren.  Op beide vragen kan ik volmondig ja zeggen. Misschien deed het mij nú zelfs nog meer dan de eerste keer. God speelt niet zo’n grote rol in het boek. Hij is meer een symbool. In het kort komt de geschiedenis erop neer, hoe zo’n dorpje (hier in Friesland)  na eeuwen van min of meer hetzelfde te zijn gebleven, in een paar decennia enorme veranderingen doormaakt. Voornamelijk in de landbouw. Het zijn dan ook grote én kleine boeren, die een belangrijk deel van een dorp vormden. Maar tegelijk hebben alle gebeurtenissen zijn weerslag op de rest van het dorp. Geert Mak is een fijn-invoelend  verteller, die na onderzoek ter plaatse, zo iets voor je tot leven heeft gebracht. Ik eindig met een citaat, een stukje dat mij diep ontroerde:

’……..We hadden het over melkquota, robots, embryo-implantaties en hormoonpreparaten, maar aan het eind van de avond hadden we het toch weer over het land, het vee en de lucht. En in de stallen hing nog altijd de oeroude geur van melk, vermengd met hooi en een vleugje mest, de zoete melange die voorwereldlijk is en tegelijk van alle tijden, en die een mens gek kan maken van heimwee naar iets dat hij nooit heeft gekend’.

Herfsttipjes

Compositie 1

Goh, mijn vorig logje baarde wel opzien en verbazing. Ik krijg het er een beetje warm van en misschien de meneer in B. ook wel. Ik zal dus maar snel iets nieuws plaatsen. Dat leidt de aandacht wat af. Vorige week zag ik opeens van die ‘helikoptertjes’ liggen; zo noemden wij die vroeger als kind. Het zijn Esdoornzaadjes, als ik het wel heb.  Nu heb ik een ‘meeneemtic’, d.w.z. de onstuitbare neiging om er wat van mee naar huis te nemen. Dat heb ik ook met kastanjes, eikels, mooie afgevallen herfstblaadjes, maar ook met schelpen, groot en klein –onze paden in het dorp zijn er mee aangelegd- en op het strand helemááááál, o wat je daar al niet ziet. Mijn tassen en zakken zijn dan ook altijd van binnen nogal vuil en ik denk wel eens: “Als ik op een dag dood of bewusteloos neerval, dan hoeft de betreffende agent maar aan Kwaster te zeggen, dat er wat schelpjes in de zakken zitten  en Kwaster wéét dan meteen dat ik het ben/was. Nou enfin, dit keer waren het maar wat esdoornzaadjes.  En van die mooie producten der natuur heb ik wat foto’s gearrangeerd.  Zo doe je er nog eens wat mee.  Een leuk tipje dus: fotografeer eens wat van die mooie dingen.  Wie weet wat er uit komt……en…uh wilt u het mij dan even melden??