“Wat duurt dat toch allemaal lang…”, zal iemand misschien zeggen of denken. Nou, dat vond Maria ook. “Wat duurt het toch allemaal lang Jozef…” zei zij. “Waarom gaan we niet naar huis, naar Nazareth? Kan ik eindelijk weer eens wat lekkers koken. Die kikkererwten komen mij de neus uit…..” Hebben jullie je ook altijd afgevraagd wat zij in die stal nu precies aten en hoe zij hun kleren wasten en en …hadden zij dan wel reservekleding bij zich? En…véél vragen had ik zelf altijd, maar niemand die een antwoord gaf. “Mariaatje”, zei Jozef, “we moeten wachten op drie koningen, die uit het Oosten komen, dat zei de Engel in mijn droom…” Dat zinde Maria helemaal niet. “Dromen kunnen bedrog zijn, Jozef. Om eerlijk te zijn, ik begin mij hier stierlijk (*kijkt naar de os en schrikt) uh nee, behoorlijk te vervelen.
Weet je, ik ga eens een ritje maken op de ezel; wat beweging zal mij én de ezel goed doen” en daar klom zij al op het zadel. Nu niet meer in amazonezit, maar gewoon aan elke kant een been. Zo had zij het vroeger ook altijd gedaan. “Hop ezeltje hop”, riep zij vrolijk en daar gingen ze. De kleine Jezus, die zijn moeder er vandoor zag gaan, zette het onmiddellijk op een brullen. Ja, kleine kindjes kunnen heel hard schreeuwen, als zij in paniek raken. En die brave ezel, die nog alleen kleine sputtergeluidjes gehoord had, schrok er van en niet zo’n klein beetje ook. Oei, hij sloeg op hol, van pure paniek, met Maria op zijn rug. Een ezel op hol geslagen, dat is erg, lieve lezers. Als je daarop zit, zoals Maria, redt je het niet, absoluut niet. Je zakt opzij en….je valt eraf. BOEM ! En daar lag Maria zomaar op de grond, tot schrik van de herders en Jozef en zelfs van de ezel zelf. Hoe zou dit aflopen…? Misschien morgen meer…; wordt in ieder geval vervolgd…