“Hoezo? Wat? Waar? Die bestaan niet!”, zult u misschien zeggen na het lezen van de titel. Ik zal u eerlijk bekennen dat ik dat ook dacht. Hoewel ik alle (?) boeken over De Kabouter in mijn bezit heb, geschreven en getekend door Rien Poortvliet, meende ik dat hij dat puur voor zijn eigen lol gedaan had, toen hij klaar was met Braaf (over de hond), Te hooi en te gras (over het boerenleven) en Het brieschend Paard en misschien nog wel meer. Alleen ‘Braaf’ heb ik nog niet maar dat terzijde. Maar ik had beter moeten weten, Rien was een serieus man, wel vol humor, maar beslist geen zweverig figuur en hij had het bij het rechte eind. De kabouter bestaat. Nee, niet dat ze bij u de afwas komen doen. Ze hebben het al druk genoeg met overleven. Nu schrikt u even zeker? Nou, ik ook zondagavond. Ik zit daar vredig te breien en opeens hoor ik een stemmetje: “Is dat misschien een kaboutertruitje?”
Help, ik spring op, laat ettelijke steken vallen, sper mijn ogen wijd open en zie daar beneden bij mijn voeten een klein mannetje, ja-ha met een puntmuts op natuurlijk. O jee, wat moest ik zeggen? Dat het voor een stomme pop was, die ik nota bene ook al zelf gebreid heb?? Daar zat ik dan, spra-ke-loos, maar niet voor lang uiteraard. “Dag kabouter”, zei ik. “Dat zou best eens kunnen kloppen; het is uw maat, lijkt mij…” zo loste ik het diplomatiek op, vind ik zelf. “Komt u er gezellig bij zitten en vertel maar eens hoe en wat… zal ik u even optillen? Zo! Nee Koos doet niets, hij is al zo oud…” De kabouter keek eens naar de slapende Koos en vertrouwde het wel. En hij ging aan het vertellen. Hoe Rien zijn wereld fantastisch getekend had en waarheidsgetrouw, maar… dat er intussen, net als in de mensenwereld, wel het een en ander veranderd was. Het onderwijs aan de kleine kabouters bijvoorbeeld, heel erg gemoderniseerd jawel. Men leerde niet meer breien en haken, sokken stoppen was helemáál uit den boze, ouderwets en oncreatief gedoe, niet aansluitend bij de wereld van de kindkabouter. Men deed nu aan textiele werkvormen, wollige expressie vakken, je vrij uitdrukken met naald en draad… Hier haperde de kabouter en begon tot mijn schrik te huilen. Ik scheurde kleine stukjes van mijn papieren zakdoek voor hem af en och heden, ik schoot ook al vol en begon met hem mee te huilen. Daar zaten wij dan… sorry lieve lezers, even een pauze, morgen ga ik…*snik snik* verder.