“Wie spreekt mij?”

Vandaag zit ik verplicht thuis, omdat Kwaster iets dringends moest doen ver weg en er toch iemand moet zijn om de man voor het dakje (het lekkende) te ontvangen. Hij beloofde gisteren vandaag te zullen komen. Maar het is nu bijna kwart voor twee en nog steeds geen dakman te bekennen. Wel gaat bijna continu de telefoon. Steeds denk ik: “Aha, dat zal ‘m wezen, of ik wel thuis ben … of zo”. Maar nee, het is steeds iemand anders. De telefoon staat niet stil opeens. Raar is dat. Een meneer bijvoorbeeld die Kwaster wil spreken, hoort dat hij niet thuis is en die dan toch maar zijn lange verhaal aan mij gaat vertellen. “Zit kennelijk om een babbeltje verlegen, nou ja kan gebeuren …”, denk ik, toen nog welwillend. Terwijl ik de beste man niet eens ken, laat dat duidelijk zijn. Maar ik moet mij kennelijk vergissen, want ik hoor hem opeens zeggen: “… en zodoende verveel ik mij nooit, mevrouw”. Er komt maar geen eind aan, over zijn vrouw en over zijn schoonmoeder, zijn kinderen en zijn kleinkinderen. Over drama’s in de familie maar ook dat er goede dingen in het leven zijn. Op mijn hint dat Kwaster vanavond wel thuis zal zijn, reageert hij nauwelijks. Ik begin de moed al op te geven, beste lezers en probeer aan de gedachte te wennen dat ik die wat zeurende trage stem voortaan altijd en altijd aan zal moeten horen tot ik opeens de verlossende woorden hoor: “Enfin, ik houd u niet langer op …”  Ik heb dat wel vaker, ik roep het waarschijnlijk over mij af, maar wat doet ú nu in dat soort situaties? Want het gaat maar door en door…

27 gedachten over ““Wie spreekt mij?”

  1. In ieder geval dezelfde gezichten trekken. Nou, bijna dezelfde want die van jou zijn super. 😀

    En ik probeer toch met een wit leugentje er vanaf te komen.

      • Zo bedoelde ik het wel maar het blijkt een vrije vertaling te zijn van a little white lie en dat is meer een leugentje om bestwil.

        En `wie spreekt mij`, is dat niet Zuid Afrikaans?

  2. gewoon in een puntkomma onderbreken die handel met zo’n saai zinnetje als, ‘wat vervelend/leuk/naar/jammer/enig (doorhalen wat niet gewenst is) voor u, ik zal doorgeven dat u hebt gebeld’

    • Nee Bertie, ik zou het niet hebben durven schrijven als hij mijn log zou kunnen zien. En nee…ik heb geen nummermelder (voor zover ik weet eigenlijk)

  3. Ik zeg gewoon dat ik net op het punt stond iets belangrijks te gaan doen. Als ik geen zin heb maak ik dat wel duidelijk hoor.

    • Natuurlijk wist ik van te voren niet, dat het zó lang zou gaan duren. Ik vind een gesprekje niet erg, zeker wil ik zo’n meneer best wel aanhoren, maar afbreken, ja, dát moet ik toch eens leren.

  4. Ik krijg acuut last van borrelende darmen als ik iemand an de lijn heb waar ik niet van af kom. Ik kan daar heel slecht tegen. Ik zou dus naar waarheid kunnen zeggen dat ik hoognodig moet, maar zoiets zeg je dus niet tegen iemand die je niet kent ….
    Je kunt zeggen: leuk je gesproken te hebben (wit leugentje), maar ik moet nu helaas de deur uit! (zwarte leugen). 😀

  5. Je zegt: Ik doe de luidspreker even aan dan kan ik je nóg beter horen. En dan ga je zelf in de keuken staan afwassen of zo zodat de beller alleen gegalm hoort van rinkelend bestek en hangt uit frustratie op.

  6. Vergeten uit te leggen: ik laat mijn man op de bel drukken (in gebarentaal natuurlijk) en roep valselijk: héé, de bel gaat, nu moet ik ophangen hoor. Doeg!
    Lastig is dat m’n zussen dit weten.

    • Je moet eigenlijk een soort afstandsbediening voor je bel naast de telefoon leggen. Haha. Of je belt naar je eigen mobiel en zegt: Er komt een ander gesprek binnen. 🙂 Dat is volgens mij een wit smoesje.

  7. Kostelijk blogje! Zo zie je maar dat een saaie gebeurtenis toch iets prachtigs kan opleveren!
    Maar ik zou ook, als het me te lang gaat duren, zeggen dat ik dringend verder moet met iets dat gisteren al af moest zijn, of zoiets dergelijks…

Geef een reactie op Thérèse Reactie annuleren