Gisteren gingen wij weer eens naar het zuiden om mijn moeder op te zoeken. En omdat ik bij het breien bepaalde dingen niet goed kon, dacht ik het maar eens aan mijn moeder te vragen, als wij erheen gingen en dat deden wij dus gisteren, zoals ik al zei. Het probleem was: mazen, voor de niet-weter een soort borduren dat eruit ziet alsof het gebreid is. “O kind”, zei mijn moeder, “dat is helemaal niet moeilijk. Dat heb ik vroeger zo vaak gedaan. Ik zal het eens voordoen. De draad krijg ik niet goed meer in de naald, ja doe jij dat maar even, kijk hier insteken en dan eentje verder..doe jij het eens…” Nou, geachte lezers, na ‘vallen en opstaan’ lukte het mij een beetje. Ik geloof –ben er niet helemaal zeker van- dat ik het nu kan. Intussen was er gauw een half uurtje voorbijgegaan. Mijn moeder vertelde wat zij allemaal gebreid had vroeger en hoe zij allerlei truitjes en vestjes versierde met vrolijk maaswerk. Ik zeg het nu maar even simpel, dat de mannen of niet-handwerksters het ook kunnen begrijpen. Ik had al mijn gebreide poppendingen meegenomen en mijn moeder vond het reuze knap van mij. Awel, dat vond ik weer leuk, want mijn moeder kon vroeger ALLES en dat niet alleen, maar ook SNEL. Zo had zij de steken opgezet, zo was het al bijna klaar.
“O en knoopjes, die zul je ook nodig hebben, zoek maar uit…” En zo waren wij gezellig samen een tijd bezig, terwijl Kwaster geduldig erbij zat. “Toch heel leuk, dat jullie dat ook doen, dingen maken; ons Jenneke ook al” Jenneke is mijn jongere zus. “Ja, dat hebben wij allemaal van u geleerd; op school maakten ze dat niet erg aantrekkelijk”, zei ik. Ja, dat wist mijn moeder nog goed. En zo voelden wij ons even weer jong, allebei, moeder (94) en dochter (67). Samen lekker ‘frutten’, zoals zij dat noemt. “Als ik dat mazen nu niet kan, kan ik het ook bij u brengen…”, zei ik. “Ja, neem maar mee; laat maar zien, wat en ik zet het er zo op!”, lachte zij. Een zelf verzonnen tegeltjeswijsheid tot slot: Gelukkig is de mens, die (nog) kan doen, waar hij/zij (naar keuze) goed in is.
Ik lees Adriaan van Dis: Onder het zink (Un abécédaire de Paris)