Avontuur (vervolg)

april 2013 492april 2013 493april 2013 495april 2013 477

Het is nog steeds hetzelfde avontuur, hoor. Om misverstanden te voorkomen. Maar ik had u nog niet alles verteld van dat wonderschone Alkmaar. Ik was gebleven op de Kaasmarkt, dacht ik. Nou, eigenlijk valt er niet veel over te vertellen. Het is leuk om te zien al die mannen met verschillende kleuren hoedjes op, die twee aan twee met die kazen op een drafje in de rondte gaan. Voor mij was het volslagen onbegrijpelijk wat nu precies de bedoeling was, maar thuisgekomen zocht ik het eens op. En het is ONZIN, lieve lezers. Het is een schertsvertoning voor de toeristen en voor mij. Er zijn nog maar twee kaasmarkten die echt fungeren; welke weet ik niet meer, maar dat is zo opgezocht als u het persé wilt weten. Maar onzin of niet, ik vond het er ondanks de regen best gezellig, hoor. Met een markt erbij waar je echt echte kaas kon kopen (jawel!) bij dames in klederdracht. Ik kocht ook een broodje haring bij een viskraampje, bekeek verder allerlei andere kraampjes en ging toen een kopje koffie drinken bij café Prinsheerlijk, waar ik allerlei mensen met plu’s en regenpakken voorbij zag komen.

april 2013 500

Ik zat daar heerlijk weer een beetje op temperatuur te komen. Tegelijkertijd overwoog ik of ik het mooie nieuwe Stedelijk Museum zou bezoeken of lekker wat zou gaan dwalen door die leuke straatjes die ik daar al vermoedde. Het werd zomaar wat dwalen. Dat leek mij avontuurlijker én ik zou tegelijkertijd richting station kunnen gaan, want dat leek mij nog niet zo gemakkelijk om dat weer terug te vinden. Ik had niet het flauwste idee waar het gebleven was namelijk. Enfin, ik heb heerlijk wat door allerlei grote en kleine straatjes gelopen. Niet echt mijn best gedaan om allerlei hofjes en andere monumenten  te vinden; dat komt een volgens keertje nog wel, zo dacht ik.

april 2013 036april 2013 486april 2013 487april 2013 489 En jawel, (zie één na laatste reactie) er biedt een gentleman zich aan om mij door Alkmaar te begeleiden, Ximaar, die daar de weg kent als geen ander.  Dat waardeer ik enorm, daar ik vast van plan ben daar nog een paar keer terug te keren. Verkwikt en vol energie en inspiratie kwam ik veilig huis. Hè hè, dat was toch wel een belevenis.

Advertentie

Tussenberichtje

Voor de verdere berichten over Alkmaar even een kleine pauze na drukke werkzaamheden in de tuin met zoon Martijn, daarna een flinke wandeling naar het tuincentrum, ben ik nu even uitgeteld. Maar het komt, hoor! U houdt het tegoed. Aangezien ik dit keer de portemonnee vergeten was, hebben wij ons vermaakt met fotograferen. De camera had ik wél bij me.

april 2013 575

Avontuur

“Kom”,  zei ik tegen mijzelf, “zal ik weer eens op avontuur gaan?”  Donderdag zei ik dat al, maar het kwam er niet van. Dan maar op Vrijdag. Waarom ook niet? Het weer  is wat minder, kans op regen, maar dat is ook niet zo erg. En waar ging ik heen, beste lezers?  Met de trein naar Alkmaar. Vanuit ons niet zo ver, hoor. Waarom noem ik het dan een avontuur, zal waarschijnlijk uw volgende vraag zijn. Omdat er bij mij zoveel mis zou kunnen gaan. Ik kan de verkeerde trein nemen, de tram (in A’dam) met het goede nummer maar de verkeerde kant uit, ik kan overal verdwalen omdat  ik nauwelijks gevoel voor richting heb én vooral is daar het feit dat ik niet gewend ben alleen te reizen. Daarom voelt het als avontuur, ook al is het maar naar Alkmaar. En om het nog avontuurlijker te maken, oriënteerde ik mij helemaal niet.  Daar was trouwens geen beginnen aan, had ik een tijdje geleden al eens gezien. Een onoverzichtelijk net van straatjes in het centrum en je kon op ik weet niet hoeveel manieren vanaf het station daar komen.

april 2013 518april 2013 519Hoorn

Ik wist wél, dat ik in Hoorn moest overstappen. Tot zover ging alles goed. Ik stond mooi op tijd op, ik had een eierkoek bij me en mijn dalurenvoordeelkaart/tevens OV-chipkaart, mijn camera en een reservebatterij, zakdoekjes, portemonnee, ik twijfelde nog even over een plu, maar op dat moment regende het niet, dus dan maar niet. Ja, je kan wel op avontuur gaan, maar sommige dingen kan je toch beter wel bij je hebben.  In Hoorn stapte ik keurig over op de trein naar Alkmaar. “O jee, hoeveel stations zouden ze in Alkmaar hebben?”, dacht ik opeens. “We zullen wel zien”, stelde ik mij zelf gerust. Enfin, om mijn verhaal wat te bekorten, ik stapte op het juiste station uit. Daar stond ik dan, te kijken of ik ergens een kerk of een VVV zag. Niets, alleen een stromende regen. Ik stapte een AKO binnen en daar lagen paraplu’s in een bak. Bij de baas vroeg ik dan maar hoe ik bij het centrum kwam. Hij wees mij de kortste weg, een onnozel straatje in en dan wees het zich vanzelf. Oké, het was een aardig eindje lopen, maar geleidelijk werd het meer wat op een centrum leek. Opeens zag ik van die rustieke wegwijzertjes en ik las: Kaasmarkt Vrijdag van … tot … uur, de tijden weet ik niet precies. Was ik op Donderdag gegaan, was het wel mooi weer geweest maar geen Kaasmarkt. Ja, dat wilde ik toch zeker gezien hebben. Een dergelijk gebeuren had ik nog nooit meegemaakt.  Ik zal u zo vast wat foto’s laten zien en morgen vertel ik verder, waarschijnlijk dan.

april 2013 460april 2013 467april 2013 484april 2013 470april 2013 481april 2013 485april 2013 473

 

 

Een curiositeit

april 2013 298Wat ik nu tweedehands op de kop heb getikt, is werkelijk iets bijzonders. Een ingelijst dingetje met illustraties en tekst van de smartlap  ‘Het stille klooster’  of Oorlogsleed eener moeder. Ik kocht het als cadeautje voor Hans, die in zijn a.s. boek juist over oorlogen aan het schrijven is. Oorlogen waarin de Nederlanders vochten met de Pruisen, de Fransen, de Russen en de Engelsen en dan ook nog eens met elkaar, want je had de Patriotten die een republiek wilden en de Orangisten die een stadhouder voorstonden, als ik het allemaal goed begrepen heb, hoor. Dát waren vreselijke tijden, zeg. Er werd gesneuveld én gesneuveld…  En zo zagen die grenadiers of hoe ze ook heten er ongeveer uit, hun uniformen dan. Kan mijn echtgenoot fijn door geïnspireerd raken, dacht ik zo en bovendien denken aan hoe erg het ook in die tijden was, waarin een voorvader van hem ‘chirurgijn’ was. Een soort dokter dus, die zich niet hoefde te vervelen, want veel soldaten sneuvelden niet helemaal maar raakten in de strijd toch wel heel akelig gewond. En juist dat wordt zo treffend verwoord en afgebeeld.

 april 2013 296april 2013 297

Het lied is al vaak gezongen, maar ik geef u een link naar een vertolking van de Zangeres zonder Naam en eentje van twee zingende zusjes, voor het geval u er niet genoeg van kunt krijgen.

Even een kleine waarschuwing: noch de tekst noch de illustraties zijn geschikt voor jeugdige kindertjes of grote mensen met een erg gevoelige ziel.

Naar het bos

april 2013 286Wij hebben hier maar één bos dichtbij. Eigenlijk voldoet het niet aan mijn maatstaven wat een heus bos moet zijn. Maar dat zal wel komen omdat ik -afkomstig uit Brabant- weet wat echte bossen zijn.  Dit is een soort van ‘polderbos’, maar goed, we doen het er maar mee. Het is verder best mooi, hoor. Je kunt er gezellig wandelen. Het was hier heel mooi weer vandaag en daarom was het nogal druk daar. Gelukkig heb je nog wel wat rustiger gedeeltes en daar liepen wij genoeglijk wat te kletsen, te kijken en  wat foto’s te maken. Het begint nu toch echt te komen de Lente. Overal zag je hele velden vol met speenkruid, al meer groen en hier en daar wat bloesem.  Ja, het begint eindelijk. Joepie!!

april 2013 279april 2013 282

Bezoek aan mijn Mam

april 2013 242We zijn weer eens   heen en weer geweest: Bovenkarspel – Breda, Breda – Bovenkarspel. Het is een hele rit, hoor. Omdat Kwaster (Hans) altijd rijdt en ik het godgruwelijk saai vind altijd diezelfde weg te zien, vertrek ik nu met bezigheden in de tas. Het boek, waarin ik bezig ben, Tikkop van Adriaan van Dis dit keer en breiwerk, waarbij je niet al te goed hoeft op te letten. Dit zowel voor de conversatie met de chauffeur alsook omdat er in Lelystad zoveel rotondes zijn, waarbij de steken haast van de pennen vliegen en dat moeten we niet hebben. En zo rijden wij dan Bredawaarts. Mama had ons van te voren gewaarschuwd dat zij niet zo veel kon praten, omdat zij daar benauwd van werd, maar dan moesten wij dat maar doen. “Als wij er tussen komen..”, zei Hans onmiddellijk. “Kunnen wij eindelijk ook eens wat zeggen”, zei ik. Ouderdom heeft zijn kwalen natuurlijk en benauwdheid is niet leuk, maar eerlijk gezegd hebben wij nu niet direct gemerkt dat zij stiller was. En gelukkig maar. Want zo zouden wij haar niet kennen. Wij zijn dus weer helemaal op de hoogte, van alle dingen in het huis, van het wel en wee van de familieleden en noem maar op. Zij blijft nog altijd helder en wil graag op de hoogte blijven van al ons reilen en zeilen. Goed hè om zo 95 te worden?  “Hoe zou je moeder dat toch doen?”, vroeg Kwaster mij, toen wij weer thuis waren gekomen. Tja, dát wist ik ook niet. Maar goed, wij zijn heel blij dat ze er nog steeds is.

Die Koos toch… (2)

april 2013 227april 2013 219april 2013 226

En wie heeft dat gedaan? Nou? “Ik zal niet grommen, maar ik wil weten wie het gedaan heeft!”, zei mijn moeder altijd tegen haar kinderen. Kennelijk vond zij het niet zo erg, maar wilde zij wél de zondaar of zondares kennen. “Heb jij dat gedaan, Koos?”, vroeg ik. Koos zei niks. “Jij dan, Kwaster?” “Ik niet, eerlijk, die mooie plant”. “Koos”, zei ik streng, “kijk mij eens aan. Jij was het. Geef het maar toe”. Koos keek mij onschuldig aan en zei zachtjes: “Ni hao”. Is Chinees voor: “Hoe gaat het?” Nou moe, wat moet ik daar nu weer mee?

P.S. Ik ben in een luie stemming, daarom deze toch wel aardige fotoverhaaltjes.

april 2013 233

Die Koos toch…

april 2013 166april 2013 167april 2013 168april 2013 169april 2013 170april 2013 171

Wie had dit nu ooit van onze Koos gedacht? Dat de kleinkinderen zo veel met hem mogen doen, bedoel ik. Hij laat zich toedekken, hij trekt zich van hun kreten en lawaai niks aan, hij ligt rustig tussen wat zij aan het spelen zijn, hij laat zich innig knuffelen, zij mogen hem bijna onbeperkt aaien en… ik geloof dat hij het nog gezellig vindt ook. Ik meende zelfs te zien dat hij ze miste, toen ze weer weg waren en het opeens zo stil werd in huis. En dat voor een kat die van elk bezoek dat hem vriendelijk toespreekt, zich een rotje schrikt en er als een haas vandoor gaat. En deze keer sprong hij zelfs eigener beweging bij Mare op schoot. En… het was geen vergissing wat hem tegenwoordig op zijn oude dag wel eens gebeurt. Mare glunderde helemaal. “Ik wenkte hem alleen maar Oma, ik deed zó…en hij kwam”. Rein zat naast haar en genoot mee. Gauw gauw gauw heb ik wat foto’s gemaakt. We hebben zowaar een heuse gezinskat . Ik ben als een moeder zo trots op hem.

De verjaardag van meneer Droef

juli 2009 001a“Het was weer zo ver”, dacht meneer Droef. De verjaardag, de zijne wel te verstaan, kwam akelig dichterbij. Ieder jaar leek hij er meer moeite mee te hebben.
“Waarom moet dat gevierd worden?”, vroeg hij zich af. “Moet ik blij zijn, dat ik steeds meer gebreken krijg?”, somberde hij verder. “Ouder worden, bah!”  Dat was kort en krachtig wat hij ervan vond. Nu was hij niet de enige in zijn gezin, die niet zo dol was op dat soort feestdagen.  Zijn oudste zoon gaf er niet veel om en de jongste had er ronduit een hekel aan. Hoewel… een beetje jarig zijn in een klein gezelschap konden beiden op hún manier dan –soms-  nog wel waarderen. Het was een beetje sneu voor mevrouw Droef-Altevrolijk, dat haar verjaardag ‘nogal ongelukkig viel’ , zoals  zij het zelf uitdrukte, want  zij vond het buitengewoon leuk jarig te wezen. En áls er op de dag zelf helemaal niemand kwam, was zij toch dolblij met de kaarten, de telefoontjes en de mails. En omdat zij nu eenmaal zo was, sprak zij opgewekt tegen haar man: “We kunnen misschien iets gezelligs gaan doen die dag? Het is toch door de week. Zou jij iets weten, waar je wél zin in hebt?” Meneer dacht even na en zei: “Het regent morgen; anders zouden we naar zee kunnen gaan, nee, niet zwemmen natuurlijk…”, de stomverbaasde ogen van zijn vrouw ziend, “maar lekker even uitwaaien. Een kwartiertje maar, hoor en dan in een strandpaviljoen wat bijkomen en naar buiten kijken. Maar het regent morgen, dus…”  Zijn vrouw dacht door en zei: “We hebben nog musea, misschien heb je ergens een interessante tentoonstelling gezien? Het is daar in ieder geval droog. Ik vind musea tegenwoordig echt leuk, maar jij moet het ook willen natuurlijk. Het is tenslotte jouw verjaardag. Trouwens we kunnen naar H., is dichtbij en zijn we toch een dagje uit!” Haar man was in gedachten en zei:  “Dat kan”.  De avond vóór zijn verjaardag lette zij goed op wanneer het 12 uur werd en feliciteerde hem. Toen meneer Droef naar bed was, dacht zij plotseling: “Alkmaar, is dat soms een idee?” Zij ging onmiddellijk bij Google kijken wat er in dat museum te zien was. Ja, dat was ongetwijfeld de moeite. Bovendien was het ook nog een mooi stadje waar zij bijna nooit kwamen. De volgende dag versliepen zij zich wat. Hij, omdat hij jarig was. Zij omdat zij met een pijnlijke keel wakker werd en meteen wist: “Verkouden!” Maar als hij nu maar ergens enthousiast over was geweest, was zij heus wel uit bed geklommen. Maar goed, zij stonden op, ontbeten en dronken koffie. Meneer was nogal zwijgzaam en zei helemaal niks over ergens heengaan. Hij nam plaats achter zijn computer en ging verder met waar hij gisteren gebleven was. Mevrouw nam een boek en keek regelmatig eens naar haar jarige echtgenoot. Nee, er was helemaal niks aan hem te zien. Af en toe ging de telefoon. “Ja, dank je wel, ja goed hoor, hahahaha, ja, we worden er niet jonger op…..nee ja ja…dag hoor!” zei meneer Droef vrolijk. Daar had mevrouw dan weer bewondering voor. Om zo blij te klinken terwijl je eigenlijk gewoon de pest in hebt. “En zou er nog ouderwetse post zijn?”, vroeg zij zich af en liep naar de brievenbus. “Hee”, riep zij vrolijk, “kijk eens, wel vijf kaarten. Zeg, ik ga even een wandelingetje maken, ja?” Meneer Droef keek op en zei: “Ik ga dadelijk even naar Enkhuizen. Heb jij je sleutel?” Jawel, die had zij in haar zak. “Oké, neem dan eventueel wat gebak mee, als je zin hebt” , stelde zij voor. En zo ging de dag verder. Wat meer telefoontjes dan anders, maar verder niks bijzonders. Na het eten vroeg mevrouw Droef aan haar jarige echtgenoot, tegen beter weten in, of hij nog gebak meegenomen had. Nee, dat was niet het geval.  Op dat moment zou zij het allerliefst in tranen zijn uitgebarsten, maar zij hield zich in en zweeg.