Afgelopen vrijdag trouwde onze geliefde nicht Astrid met haar beminnelijke Aart. Even tussen ons: een merkwaardige verbintenis. Astrid komt uit de balletwereld. De dans is haar leven. De wereld van het toneel, het spektakel, de show, het applaus, de Bühne, waar men lijkt te zweven en waar men met een klein ‘hupsje’ zomaar omhoog gaat, bevallig geholpen door een schone dansjongeling, die een gezicht zet alsof de ballerina slechts een veertje is. Zo’n soort wereld dus. En Aart? Aart is … nee, het is niet te geloven. Zal ik het verklappen? Wilt u het echt weten? Tja … nou vooruit dan. Aart is een dominee. Laat u het maar even bezinken. Ik geloof niet dat hij van de heel strenge richting is, die van de zwarte kousen, bedoel ik, maar toch. Dát verwacht je niet van een dominee, toch? Kom je bijvoorbeeld aan de deur en vraagt de dominee te spreken, word je in de gang gelaten en ziet daar in de keuken, luchtig springend een danseres met pikzwarte krulletjes al dansend een feestelijk aardappeltje koken. Ik geef maar een voorbeeld. Het zou zomaar kunnen, want later, toen zij iets minder danste, ging zij zich toeleggen op het koken, heel lekker koken dan, hè? En een tijdje later wierp zij zich op de taarten. En dat kan zij … met allerlei chocolade, vruchten, slagromen, o het water loopt mij alleen al bij de gedachte in de mond. Haar dominee is tot nu toe slank gebleven, maar eerlijk gezegd houd ik mijn hart vast, nu hij haar helemaal voor zichzelf heeft. Een dominee heeft ook zijn zwakke kanten, hoor! Het is maar dat u het weet. Maar ik zou over de bruiloft gaan vertellen, nietwaar? Nou ja, dan is dit zovast een inleidinkje, dat u de hoofdpersonen een beetje kent, want ja, er trouwen iedere dag ik weet niet hoeveel mensen, maar geen Astrid en Aart. Deze dag was héél bijzonder. Morgen verder dan maar. (wordt vervolgd)
Maandelijks archief: september 2013
Studie
Wat is dat toch heerlijk zomaar een weekje er tussen uit gaan. En zoonlief Martijn die de hele week op Koos kwam passen, zodat ik mij daar geen zorgen over hoefde te maken. Ik zal eens kijken of ik niet kan sparen voor ergens nog een weekje. We hebben in die ene week zoveel gezien, te veel om er alsnog over te schrijven. U moet er zelf maar eens gaan kijken, zou ik zeggen. In Zeeland op Schouwen Duiveland en Walcheren, bedoel ik. En dan ben ik nu zo’n beetje over gegaan tot de orde van de dag. Ik ben weer fijn aan het wandelen met dit aangename weer en heb met Hans zijn camera het leven der bijen en zweefvliegjes bestudeerd. De vlinders zijn er niet meer, nou ja zo heel af en toe zie ik er nog wel een, maar zo veel niet meer. “Waar zouden ze eigenlijk zijn?”, vraag ik mij plotseling af. Niet ver naar het Zuiden getrokken, want ik denk niet dat ze dat kunnen. Misschien met achterlating van bergen eitjes waar straks rupsen uitkomen, ,met z’n allen naar het vlinderparadijs? Dat zal me daar een gefladder zijn. Ik zie het helemaal voor mij. Maar goed, ik zal u wat foto’s laten zien.
Een heerlijke vakantieweek
Het was lang geleden dat ik in Zeeland was. Ik was zelfs een beetje vergeten hoe mooi het daar is. Het weidse land met zijn akkers en fantastische luchten is indrukwekkend. Je kunt naar alle kanten heel ver kijken en zo hier en daar kom je dan een schilderachtig dorpje tegen. Het zijn zogenaamde ringdorpen. In het midden staat een grote, meestal zeer oude kerk, een grote cirkel groen eromheen en daar weer rondom de huizen, grote maar ook prachtige kleine oude huisjes, veelal monumenten met gevels waarop vaak staat anno zestien zoveel. Veel is zo mooi bewaard gebleven. “Ik voel mij bijna in een openluchtmuseum…”, zei ik tegen Ria, bij wie wij voor deze week de blokhut* gehuurd hadden. Wij hadden samen een wandeling gemaakt n.l., met Didi natuurlijk. Eerst waren wij naar Renesse gereden, waar wij door de duinen wandelden vanwege een harde wind tegen en daarna over het strand terug. Onderweg hadden wij o.a. over haar jeugd gebabbeld en Ria vroeg mij of ik het leuk zou vinden haar geboortehuis te zien. En zo kwam ik in die prachtige dorpjes, Dreischor, Noordwelle, Serooskerke en Zonnemaire. Maar hoe zal ik het allemaal verder vertellen? Wij hebben zo veel gezien, deels omdat het vaak geen wandelweer was maar ook omdat wij wel eens Zierikzee wilden bekijken en Vlissingen, maar ook Middelburg. Veere was ook een ‘must’, gedachtig dat leuke lied van Jaap Fischer. Nou, ik zal eens denken hoe en wat, beste lezers. Ik plaats zovast wat foto’s, zomaar wat.
*De blokhut huren van Joop en Ria, ik kan dat van harte aanbevelen. Tevens doet u er een goed werk mee, daar zij sparen voor een bezoek aan de ouders van Rabin in Nepal. Zie Ria’s weblog.
Nog één nachtje slapen
Nog één nachtje slapen en dan gaan wij voor een week naar Zeeland. Ik verheug mij er mateloos op. En Koos dan, die op zijn ouwe dag niet meer zo graag alleen is?? Koos krijgt een persoonlijke, inwonende gezelschapsheer, die aan al zijn eisen en behoeften zal proberen te voldoen. Zoon Martijn heeft aangeboden deze taak op zich te willen nemen. Hij zorgt voor de vleesjes, de brokjes, het water én voor gezellig knuffelen, kroelen, aaien, schouderhangen en schootzitten. Zo kunnen wij met een gerust hart op reis gaan. En als wij weer terug zijn, zal ik er alles van vertellen. Ook voor mijn facebooklezers zal ik de foto’s van de dag opsparen. U houdt ze gewoon te goed. Want in een vakantie ga ik echt niet achter een computer zitten. U mag dat ouderwets vinden, maar zo denk ik erover. Tot ziens, lieve lezers.
Televisie
En nu zijn we ook al door de zomergasten heen… jammer, hoor. We zouden toch best zo door kunnen gaan. Na de zomer gaan we over tot de herfstgasten en daarna komen dan de wintergasten, met als 1e gast Harry de Winter, ik zeg maar wat. In de lente en een stuk van de zomer nemen we dan een ruime pauze en iedere vier of beter nog zes weken komt er een andere gastheer/vrouw aan bod. Nou VPRO, neemt u mij als adviseuse? Ik barst altijd van de goede ideeën.
En ook de zomer begint zijn einde te naderen. Gelukkig merken we er nog niks van, behalve wat spinnewebben en voor mij mag die o zo mooie herfst nog best een hele tijd wegblijven. Want –hoe men het ook draait of keert- de herfst is toch de voorbode van de winter en die zou ik het liefst heel anders zien en ook veel korter. Maar mij wordt in deze niks gevraagd. Nou ja, we zullen wel zien.
P.S.1 Hebt u de rebus al opgelost in de VPRO gids?
P.S. 2 Nog 3 nachtjes slapen, hiep hoi! Ik zal het morgen of zo wel vertellen.
Een Neanderthaler
Nou ja, zeg! Zoals u misschien weet, ben ik roodharig. Vroeger was dit een regelrechte ramp voor mij. En daarbij had ik nog heel veel krullen ook. Het toppunt van ellende, dat begrijpt u wel. Ik werd vaak uitgescholden voor ‘vuurtoren’ en allerlei andere dingen. Bovendien was de mode, toen ik ongeveer 16 jaar was, sluik haar, lang of kort, maar zeker geen krullen. De volwassenen zeiden steeds: “O wat een prachtig haar heb jij!”, maar dat zeiden ze maar om mij te troosten. Een moeder van een vriendin had ook eens gezegd: “Rood haar en elzenhout, zijn niet op goede grond gebouwd”. Niet dat ik het helemaal snapte, maar het was niet goed, dát begreep ik wel. Enfin, mijn leven was niet veel soeps qua uiterlijk dan. O ja, sproeten had ik ook al om het beeld compleet te maken. Gelukkig had ik niet van dat ‘peentjeshaar’ maar meer donkerrood. Ja, het kan altijd erger natuurlijk. Maar tegen mijn 16e begonnen mijn vriendinnen het mooi te vinden; ze zeiden zelfs dat ze er jaloers op waren. Geleidelijk, heel langzaam, hoor, begon ik er over heen te raken en er nog véél later zelfs blij mee te zijn. Jawel. Tot gisteren … er was n.l. een bijeenkomst in Breda (mijn geboortestad nog wel) van mensen met rood haar. Natuurlijk ging ik er niet heen. Ik had wel andere dingen te doen en pssst, niet verklappen: mijn haar is wat lichter geworden door hier en daar wat wittigs ertussen(“zilveren draden tussen het gou –houd”…zingt Kwaster soms) en stel dat ik dan niet door de keuring zou komen… enz. En wat las ik nu in de krant? Er komen steeds minder roodharigen, misschien sterven
wij zij wel uit, want door de multiculturele samenleving komen er steeds meer donkere mensen bij en de roodharigen … nu komt het: …stammen af van de Neanderthalers. Ik stam dus NIET af van de homo sapiens, maar van die domme kromme oerprimitieve aapmensen of mensapen, weet ik veel. Nou, ben ik weer helemaal terug bij AF als het ware. Gossiepietje, wat nu?
Een heerlijk weekend
Ja, wel wat laat om nu nog over het weekend te praten, maar … uh ik kwam er niet toe. Enfin, het zij zo. Wij hebben én zaterdag én zondag ontiegelijk lekker gegeten. Zaterdag met vrienden bij vrienden, die heel lekker kunnen koken en dat ook nog eens graag doen. Daarbij hebben we, vooral omdat het zo lang geleden was, dat we elkaar zagen, ook alles eens goed bijgepraat.
En de dag erna kwam een broer van Hans met zijn vrouw gezellig bij ons langs. Ook namen zij een zoon en een hond mee, die bij hen tijdelijk onderdak was. Ook met hen was het gezellig praten, wandelen met schoonzus, neef en hond Joep en daarna gingen we met z’n allen uit eten bij de buren, sorry ‘De Buren’, een supergezellig eetcafé, zo gezellig én lekker, dat je wel tijdig moet reserveren. Het was nog net niet zo, dat wij aanlagen aan tafel, zoals de oude Romeinen, maar een tikje decadent voelde ik mij wel eigenlijk. Hetgeen mij er niet van weerhield om er bijzonder van te genieten.
Bij deze M+L Bauer nog eens hartelijk bedankt en A + F + A reuze bedankt voor jullie leuke bezoek en een ferme aai voor Joepie.
Toegift van Koos
En wat denkt Koos er nu van? Hij heeft er tenslotte de hele tijd met zijn snufferd bovenop gezeten. Ik hoorde hem luid en duidelijk zeggen: “Zo, dát hebben we ook weer gehad. Het was mooi, het liep slecht af –soit – , dat komt geregeld voor en nu ga ik maar eens breed met mijn kont op het hele toneel liggen. Wat is er tenslotte mooier dan een rooie ex-kater die de trieste boel nog een komisch accentje geeft? Thérèse is het misschien al weer vergeten, maar ik zit ook in de redactie, hoor. Ik zal het colofon nog eens opzoeken Colofon. Hoofdredactrice Thérèse Aarts. Editor Berendien** van der Heyden. Redactrice voor het Zuiden: Bertie Smit. Assistent: Koos Kater. Fotograaf: Henk Struik. Papier: Troost en Krant. Kijk ziet u mijn naam staan? Assistent Koos Kater.