Het was afgelopen woensdag dat ik besloot eens een dagje weg te gaan. Er even tussen uit zou mij vast goed doen, dacht ik. En dat was een heel goede gedachte. Hoe ik het zo lang in dit dorp uitgehouden heb, snap ik ook niet. Ja, ik was wel weg geweest, maar meer hier en daar op visite of zo. Meer om anderen te plezieren. En nu ging ik puur, louter en alleen voor mijn eigen lol. Ik besloot naar Hoorn te gaan. Is niet echt ver weg, maar er ZIJN musea (3) en ik heb sinds kort een Museumkaart. En daar moet gebruikt van gemaakt worden. Maar eenmaal in Hoorn aangekomen, beviel mij de gezellige drukte, al die winkels met Sinterklazen en Zwarte Pieten in de etalages, al die sexy feestjurken zovast voor de Kerst waarschijnlijk, enfin alles leek veel en veel groter en luxueuzer dan de trutterij in ons eigen dorpje. “Ja sorry Bovenkarspel, het ligt aan mij, hoor! Ik ben best tevreden, maar dit was toch zomaar even wat anders!” Maar goed, dat ik niet meteen naar A’dam ben gesjeesd, dan had ik mij helemaal overweldigd gevoeld. Het kwam er op neer, dat ik overal mijn ogen uitkeek, winkel in winkel uitging –nu of nooit, dacht ik waarschijnlijk- en al fotograferend vergat ik heel het museumidee. Ik ging ook nog even langs de Boterhal, waar men blij was om mij te zien. Leuk hè? Peter Schaafsma, suppoost, deed zijn best mij helemaal van alles op de hoogte te brengen. Ik heb een interessante tentoonstelling bekeken en toen maar naar het Westfries Museum, hoewel mijn voeten inmiddels een beetje protesteerden. Maar ik gaf geen krimp, beste lezers, je bent een dagje uit en dan ga je dóór ook. Ik vond de bloemenstillevenfoto’s van Bas Meeuws wel indrukwekkend én groot en knap, maar toch deed het mij niet zo veel. Het is voor mij te veel glim en glitter en ‘kijk mij eens…’ als ik het zeggen mag. Boven aangekomen, zag ik plots allemaal Sinterklaasgedoe in antieke setting én een foto van Dieuwertje Blok en kindertekeningen. U zult het raar vinden, maar ik werd er blij van. Maar nóg verder naar boven, nee, dat redden mijn voeten niet meer. Maar ik kan er een volgende keer zo weer in. Daarom ben ik zo blij met mijn Museumkaart. “Je hoeft er het geld niet uit te kijken”, zal ik maar zeggen. Helemaal voldaan liep ik naar het station en kwam nog op een redelijke tijd weer thuis. Mooi hoor, zo’n dagje uit.
Maandelijks archief: november 2013
De witte muis en de vogel met één poot
“Hallo”, zei de vogel, “wat ben jij voor een dier?”
“O, ik ben maar een gewone muis”, zei de gewone muis. “En jij? Wat ben jij voor een dier?”
“O, ik ben een soort van vogel, alleen … ik heb maar één poot”, antwoordde de soort van vogel.
“Eén poot, maar dat is boffen, ik heb er helemaal geen”, sprak de muis droevig.
“Ach jee, ja ik zie het”, zei de soort van vogel meelevend, “dat is nog minder dan één”.
“Het is lastig, maar ik doe het er maar mee. Een muis moet toch wát, nietwaar?” zei de muis berustend.
De soort van vogel dacht een tijdje na en zei toen: “We zijn er op de wereld om mekaar om mekaar om mekaar om mekaar… hee, ik sttt stott stotter weer, wacht effe, muis” en de vogel haalde diep adem en zei: “Om mekaar te helpen, niewaar? Weet je wat, jij mag af en toe bij het eten zoeken wel mijn poot gebruiken. Ik heb ‘m toch niet de hele dag nodig.”
“O wat aardig van je, soort van vogel, héél graag dan. Maar wat zou ik dan voor jou kunnen doen?” zei de muis.
“Tja … zonder pootjes begin je niet veel, als muis zijnde dan. Misschien zou je mij af en toe een mopje kunnen vertellen? Kunnen we gezellig samen lachen, man uh muis, bedoel ik”.
En zo gezegd, zo gedaan. Of weten jullie nog iets beters? Zeg het maar, hoor! Zij werden heel goede vriendjes samen en leefden nog betrekkelijk lang maar zeer gelukkig.
Aartsengel in de goot
Na zeer vele succesvolle brei- en haakacties is er nu toch een van de belangrijkste figuren van Kerstmis totaal mislukt. En ik ben er zo lang aan bezig geweest, vooral aan dat haar. Het kapsel zou moeten bestaan uit vele goudkleurige knoopjes , bij echte handwerksters bekend als het Franse knoopje. Ik heb eerst geoefend op een ander lapje en ben toen begonnen aan het engelenhoofd. Ik borduurde het ene knoopje na het andere, gek werd ik ervan. “Doorgaan Mam, gewoon doorgaan”, riep de familie. Maar na vele uren van borduren (hee het rijmt) zag je nog steeds kale plekken.
Ik besloot het zo maar te laten en de engel in elkaar te zetten. Ik had alle onderdelen gebreid, doorzichtige vleugels, twee armen en twee beentjes, een jurkje en twee mouwen. Het beloofde wat te worden. Ik naaide een mouw met erin bungelend armpje aan het jurkje vast. Hoe precies, dat stond er niet bij. En ik zag het al meteen. Het zat niet goed. Het jurkje zelf was ook al een tikje mislukt. Ik keek er teleurgesteld naar. Ik moest het inzien. Het werd NIKS. Het leek tenminste in de verste verte niet op dat schattige ding in het boek. Ik besloot de boel uit elkaar te nemen. Het hoofdje scheiden van het mislukte jurkje, Misschien kon ik er zo nog iets aan doen. Het mouwtje (met armpje) haalde ik eraf. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik wat gesmokkeld had met die armpjes en beentjes. Ja, omdat je er maar alleen een handje en een voetje van zag, had ik ze aan een draadje gehangen. Misschien is dat mijn straf geweest. “Je kunt het toch opnieuw maken, Thérèse?” zult u allicht zeggen. Misschien doe ik dat nog wel eens, volgend jaar misschien, maar nu ben ik het volkomen zat en vooral dat vervloekte Franse knoopje kan van mij de pot op. Zo ziet u maar, lieve fans, dat er ook bij mij wel eens wat
lukt, pardon mislukt natuurlijk. Báh! Maar er is nog een vogeltje in wording. Heeft ook vleugels. En ik heb goede hoop dat die wél lukt. En … “kop op, Thé”, tenslotte heb ik één geslaagd engeltje gehaakt, lang niet zo ‘schattig’ als die gebreide, maar ’t is er een.
Toch een tegenvaller, niet? Ik begon net te denken dat ik álles kon, maar mooi niet.
De koningin van de nacht
Ik heb al lang niet meer over boeken geschreven, Dat wil niet zeggen dat ik er geen meer lees. De meeste echter koop ik tweedehands en dan kan je ze wel aanraden als ze goed zijn, volgens mijn smaak, maar veelal is er dan niet zo gemakkelijk aan te komen. Maar nu had ik mijzelf getrakteerd op een nieuw boek. Wat is het geworden? ‘De koningin van de nacht’ geschreven door Yvonne Keuls. Ik citeer even een klein stukje van de achterflap. “…Het is een prachtige roman over een halfjoods gezin dat probeert te overleven tijdens de oorlog. Daarnaast is Koningin van de nacht een ontroerend verhaal over een fatale vriendschap, volwassen worden en de relatie tussen musicus en muziekinstrument”. Als u helemaal niets om muziek geeft, is het boek minder geschikt voor u, lijkt mij. Of wel helemaal niet, want het speelt een zeer belangrijke rol bij de hoofdfiguren. Het is geen opzienbarend boek, maar toch juist door vele kleine gebeurtenissen en de beleving daarbij een ontroerend boek, waarbij ook ondanks alles de humor niet ontbreekt. Een dikke aanrader dus, wat mij betreft.
De aankomst van de Sint
Ieder jaar is het ongeveer hetzelfde, maar toch blijf ik het een feestelijk gebeuren vinden. En wat ook zo leuk is, wij zitten er met ons neus bovenop. Eerst zien wij allerlei mensen richting haven gaan (naar links), waar Sint aankomt. Sommige muzikanten kennelijk wat laat komen met hun instrument onder de arm rennend voorbij. Af en toe wat rijden wat agenten op een motor heen en weer. Kortom de voorbereidingen zijn in volle gang. De aankomst in de haven heb ik dit keer overgeslagen. Het is er altijd erg druk en vorig jaar zag ik bijna niks, omdat ik niet boven al die lange mensen uit kan kijken. Dan maar wachten op de stoet.
En ja hoor, in de verte bij het kruispunt zien wij … motoren met politie erop, gevolgd door fanfares, harmonieën, dáár ja de Sint himself, die vriendelijk naar mij wuift, tractoren, de ponyclub, veel, heel veel mooie Zwarte Pieten, versierde autootjes, een boerenwagen met een band, nog meer hollende zwarte Pieten, maar ze rennen mij voorbij met hun zakken met pepernoten. Zien ze mij niet? Andere jaren krijg ik áltijd een hand vol. En wat doe ik? Ik steek gewoon mijn hand uit. Een haastige Piet ziet het en geeft mij drie pepernoten en een hartje. Dat is alles. Zielig hè? En de stoet is nu in zijn geheel voorbij. Daar rechts in het Vereenigingsgebouw gaan ze naar binnen, de meesten en zeker de Sint; dat weet ik van andere jaren. Ik ga een beetje teleurgesteld naar binnen. Niet door het gemis aan pepernoten, maar door de gedachte: ‘ik ben niet charmant meer, gewoon een oud vrouwtje dat men over het hoofd ziet’. Ik zie door het raam wat mensen op de terugweg gaan en ga nog maar even naar buiten. Misschien zit er nog een leuke foto-opname voor mij in. Maar wat zie ik buiten tot mijn grote verbazing?? Daar komt de complete stoet wéér aan en trekt de richting uit vanwaar zij gekomen zijn. Dat is nog nooit gebeurd. Van de weeromstuit maak ik toch maar een filmpje hoewel Hans aan de overkant al alles gefilmd heeft. Maar dit is te gek. Het lijkt wel een film van Jacques Tati. Ook de Pieten komen terug, lachen vriendelijk en geven mij een handvol pepernoten én proppen mijn zakken ook nog eens vol met lekkers. Nee, ik verzin het niet. Het is echt waar. Wonderlijk maar toch
Een vergissing mijnerzijds
Op facebook had ik gisteren een raadseltje geplaatst van de onderdelen van een nog in elkaar te zetten beestje. Dan kon men raden wat voor eentje het zou worden. Ik heb n.l. gemerkt dat mensen dat leuk vinden, dat raden. En jawel hoor, pring pring … de reacties stroomden binnen. De oplossing was een baby-pinguïn. Een gewone pinguïn was niet helemaal goed, “want een vader- of moederpinguïn is niet rond, maar langwerpig” schreef ik betweterig. Maar nu -weet ik van een mij dierbare bioloog en die kan het weten- moet ik toch even wat rechtzetten. Een baby-pinguïn is helemaal niet zwart en wit, maar grijs GRIJS… Dat weten die meneren of dames van een handwerkboek niet en sterker nog: het kan ze niet schelen ook. Ik heb gebreide katten gezien die groen-rood gestreept waren, een gehaakt beertje verkleed als engeltje –nou moe !- , een grijs rendier met een blauw gewei … nou vraag ik u. Maar goed, wat mij betreft, het zij hen vergeven. Maar ik wilde u toch even vertellen dat in werkelijkheid een jonge pinguïn grijs is. U mag ze van mij zwart/wit breien of ze een slurfje geven of een broekje geven, daar niet van, maar zeg niet dat u het niet wist. Ik heb mijn fout doorgegeven en daarmee is de kous af om in handwerktaal te blijven.
Het wachten is nu op St. Nicolaas, die dadelijk door de Hoofdstraat komt gereden. Hans gaat dit jaar filmen zodat ik zelf weer de pepernoten in ontvangst kan nemen, mits er Zwarte Pieten meekomen. Ja, dat is nog maar de vraag. Als ze door dorpsvrijwilligers uitgedeeld worden, hoef ik ze niet. Ik wil ze alleen van een echte Piet, punt uit.
Pompoensnijkunst
Het was vandaag prachtig zonnig weer. Knalblauwe lucht, witte wolkjes, enfin, u kent dat wel. Daarom heb ik een extra lange wandeling gemaakt. Een beetje langs de rand van ons dorp, zodat je de herfstkleuren goed kunt zien. En die heb ik dan ook op allerlei manieren gefotografeerd.
En net wilde ik tevreden naar huis toe gaan, toen ik plotseling een voor mij nieuwe vorm van kunst zag. Pompoensnijkunst. Er was iemand druk bezig geweest of misschien wel het hele gezin en het resultaat had men in de tuin gezet. Nou, ik vond het knap, hoor. En van de rest is waarschijnlijk soep gemaakt, tenminste als het eetpompoenen zijn. Ik kan dat nooit goed zien. Maar wat knap hè? Dit is echt de hogere kunst op dat gebied. Zouden ze dat door zelfstudie geleerd hebben of misschien een workshop gevolgd hebben? Trouwens ‘workshop’, ook al een raar Engels woord. Vroeger zeiden wij gewoon een cursus. Maar tegenwoordig workshop hier, workshop daar. Men winkelt trouwens ook niet meer, men shopt. Maar goed, ik dwaal af. Dit was het voor vandaag.
Wat hebben we gelachen
Eerst het allergrootste nieuws: Mare is clubkampioene turnen in haar groep. Daarom kwam de familie wat later zaterdag. Wij zijn allemaal erg trots, haar vader en haar moeder en de Opa en Oma. Mare zelf ook? Ach, zij was het al bijna weer vergeten en begon druk te tekenen en Koos te aaien, kortom zij ging over tot de orde van de dag. Hoe komen wij toch aan zo’n elastieken kleinkind? Het zal voornamelijk in de familie van haar moeder zitten. Dat zijn allemaal reuze sportievelingen. Hoewel ik in mijn balletjaren ook nog niet zo slecht was… maar zo lenig en soepeltjes als die Mare, nee, daar kan ik niet aan tippen. Maar goed, er is weer heel veel gedaan en we hebben ook erg gelachen, vooral met Opa. Nou ja, eigenlijk een beetje veel om dat allemaal op te schrijven. Voor deze ene keer zal ik eens met weinig schrijven een logje maken. De foto’s moeten het verhaal maar doen.
Als de link werkt is hier nog een filmpje
https://www.facebook.com/photo.php?v=545007158907840&set=vb.100001956835617&type=2&theater
Blijdschap alom
Wat is dat toch een heerlijke bezigheid, dat gebrei en gehaak voor de Kerstboom. En dan te bedenken dat ik eerst zo’n hekel aan Kerstmis had. Misschien eigenlijk nog steeds wel, maar zo houd ik mij in ieder geval zeer aangenaam bezig in de tijd ervóór. Het ene na het andere ding komt zomaar uit mijn handen. Gisteren nog een Kerstsokje, een paarse met goud. Aangezien het al mijn 3e is, viel er weinig te begrijpen en ging ik als het ware op de automatische piloot. Maar nu heb ik toch zo iets vrolijks gemaakt. Een kleine zilverbek-pauw, hoe vind u dat? Er komen zomaar nieuwe soorten vogels bij, nou ja voorlopig pas één, maar ik ken mijzelf: als ik eenmaal de smaak te pakken heb, ben ik niet te stuiten. En wat het allermooiste is, voor mijzelf dan: ik krijg zomaar opeens allemaal nieuwe ideeën. Ik verklap nog niks, want misschien lukt het helemaal niet. Maar de blijdschap heerst alom. Dat wilde ik maar even zeggen.
De kanariepiet
Het is altijd een beetje saai jaargedeelte, deze tijd, vind ik. Ik weet niet eens veel te vertellen. Niet dat ik mij verveel, hoor. Integendeel. Ik lees en ik brei of haak. Hier en daar ruim ik maar eens goed op. Ja, niet heel erg lang, want dat soort dingen gaat mij gauw de keel uithangen. Ik wandel, maar niet elke dag, want er waren toch slecht weer dagen bij! Het moet wel een beetje aangenaam blijven. Af en toe teken en schilder ik wat, maar ik ben er niks tevreden over. Zaterdag waren wij naar een verjaardag, waar een vriend van ons 60 jaar werd. Zoon Martijn kwam het weekend, maar beiden waren wij zondagmiddag te lamlendig om samen een wandeling te gaan maken en wij konden niet eens de schuld aan het weer geven, want het viel best mee eigenlijk. Maar zo kon ik lekker aan mijn kerstboomversieringen werken. Zie hierboven een kanariepiet. Een zelf verzonnen variatie op het roodborstje. Ik vind hem erg geinig geworden én apart. “Martijn”, zei ik, “zeg nu zelf, wie heeft er nu een kanariepiet in zijn kerstboom hangen? Niemand, denk ik. Is toch heel exclusief?” Dat moest hij toegeven en Kwaster (Hans) heeft hem net mooi gefotografeerd voor mij, op een statiefje.
Ook is gisteren nog het rendier afgekomen met zijn rooie neus. ’s Avonds keken we nog maar eens naar Harry Potter, de allereerste film. Toen was alles nog een beetje leuk en niet zo heel erg akelig.
Nog even over de verjaardag. Ik zit naast een voor mij wildvreemde man. Hij kijkt heel vriendelijk en ik ook wel, denk ik. Maar … beiden weten wij niks te zeggen. Dat overkomt mij niet vaak. Hij heeft zijn appeltaart al op, ik nog niet en dus kan ik niet eens zeggen: “Houdt u ook zo van appeltaart?” Ik denk en denk, al etende en thee drinkende. Hij waarschijnlijk ook, want na een tijd zucht hij eens diep, kijkt mij een beetje wazig aan, vat moed en zegt: “Zo … daar zitten we dan”. Ik schiet in de lach en zeg opgelucht: “Ik wist niks te zeggen”. En zo waar, het ijs is gebroken en dapper ga ik nu door. Of hij een buurman is of familie, hij of ik een kunstvriendin ben van de jarige en zo gaat het zowaar een hele tijd door. Ja ja, daar zit je dan, hahaha!