Een drukke week

Een drukke week,  aangezien ik steeds twee maal naar de fysiotherapeute moet om op een loopband te gaan lopen zonder ook maar één meter vooruit te komen, wel een half uur lang.

Een drukke week omdat ik al om half 9 bij de pedicure moest zijn, in alle vroegte, zeg maar. Ik ben van nature geen ochtendmens, zoals u zult begrijpen.

Een drukke week, omdat onze kleinkinderen kwamen logeren. Wij gingen met ze naar de dierentuin in Tuitjenhorn. Het regende die dag gelukkig niet, maar er stak wel een frisse wind op. We hebben alle dieren gezien en veel foto’s gemaakt. We hebben warme chocolademelk gedronken, Rein en Mare mét slagroom. Rein had het zo fijntjes aangekondigd: “Mochten ze toevallig vragen of ik er slagroom bij wil, zeg dan maar ja en Mare ook, denk ik, Opa”. Een slim jochie.

**

Verder hebben ze veel geknutseld en kwam aldus mijn pas aangelegde knutseldoos**  heel goed van pas. Ook hebben ze enthousiast en veel  getekend. Ik zal hier er wat van laten zien.

Ook hebben ze naar Ajax – Benfica gekeken en omdat ze nu allebei op voetballen zitten, leverden ze er deskundig commentaar bij, wat heel leuk voor Opa was. Zo vloog de tijd voorbij. Ik heb weinig voor mijzelf kunnen doen en dat is wel raar, hoor. Maar het was wel gezellig.

** Alles wat ik tegenkom en wat bruikbaar kan zijn, doe ik tegenwoordig in een grote doos en het moet zo raar niet lopen, of ik heb het. Kantjes en bandjes, verf en lijm, eierdozen, allerlei papieren, nou ja, werkelijk van alles. Zo, ik ben weer bij en u? Heeft u zich wel vermaakt de vorige week??

  1. Mare. 2.Rein 3 Mare  4 Rein
Advertentie

Tweedehands boeken

Er is een leuk voordeel aan tweedehandsboeken. Behalve dat ze natuurlijk veel goedkoper zijn, zijn ze ook vaak veel ouder en daarom veelal niet meer te koop in de boekhandel. Neem nu dit boek van Eli Asser: “Aan mij zal het niet liggen”. Het is uit 1983. Het is een boek van van alles wat: korte verhalen, cursiefjes, zogenaamde fanmail, brieven uit een gehucht en nog meer. Het is geen hoogstaande literatuur, maar heerlijk ouderwets gezellig, met een lach en traan, zal ik maar zeggen. Kent u Eli Asser eigenlijk wel? Hij schreef o.a. Het schaap met de vijf poten en heel veel meer. Bij de zogenaamde fanmail hoor je als het ware de mensen vertellen in sappig Amsterdams, hoewel het niet zo geschreven staat. Ik heb het nu bijna uit en het heeft mij erg opgemonterd. Ik heb weer eens flink gelachen  en dat is gezond. Ja, het zal niet meer te koop zijn, maar misschien komt u het nog eens tegen in een Kringloopwinkel. Dan zou ik het wel een aanrader willen noemen.

En dan kreeg ik van zoon Martijn een kinderboek. Kinderboeken zijn ook goed voor grote mensen, vind ik. Ik ben benieuwd of de kleinkinderen, die morgen komen logeren,  het ook gaan lezen. Daarna hoef je namelijk NOOIT meer een boek te lezen, want het zal altijd minder zijn én de illustraties zijn ook geweldig, geweldiger kan ook al niet. Zal ik u nu laten raden of maar meteen de oplossing geven? Ach ja, dat laatste maar; dan hoeft u niet in spanning te zitten. Een aanrader dus vast en zeker. Kijkt u maar naar de titel: Het mooiste boek van de wereld. Nou?

 

Een vondst

Ik was weer eens boekenkasten aan het opruimen, want alles past er niet meer in. Her en der staan ze al dubbel en dat is natuurlijk helemáál niks. Kan je ze net zo goed wegdoen, vindt echtgenoot H. en ja, hij heeft wel een beetje gelijk. Het is een rotwerk, maar zo af en toe vind je wel weer eens zoekgeraakte dingen terug. Maar wat ik daarnet vond, u raadt het nooit. Ik zal het u maar meteen vertellen. Ik vond in een boekenkast tussen heel veel andere boeken: … DE RECHTEN VAN DE MENS. De universele verklaring ervan dan, hè?  Nou, nou, heeft ú dat in uw boekenkast liggen? Ik wel; ik wist het niet meer, maar ze lagen er wel, de Rechten. Ik heb ze natuurlijk goed afgestoft en ze eerbiedig een echt eigen plaatsje gegeven.  Ze zijn een beetje verfomfaaid, maar nog heel duidelijk leesbaar. Ze zullen nog jaren meegaan en wie weet hoe ze van pas komen. Wat een vondst!

klikklik

De loopband

Intussen ben ik begonnen met de officiele ‘looptherapie”. Dat doe ik nu twee keer per week  onder leiding van een fysiotherapeute op een loopband of hoe dat ook heet. Vandaag maandag is het al de tweede week . Niet dat ik al vooruitgang merk als ik buiten loop,want op andere dagen doe ik  ‘mijn huiswerk’  maar ‘er is een groot verschil tuseen hier op de band en buiten” legt mijn therapeute uit.  Bovendien hoorde ik haar zeggen: “Het valt mij helemaal niet tegen, integendeel…” dus laat ik de zaak maar optimistisch proberen te bekijken. Want het is wel een beetje saai, hoor, dat geloop. Er zijn daar ook andere mensen bezig, op andere apparaten. Dus zo af en toe kijk ik eens voorzichtig om mij heen. Wat er toch allemaal aan mensen gesleuteld kan worden vandaag de dag. Dat was er vroeger niet bij!  Ik had het graag eens aan (wijlen) mijn oma laten zien. Zij zat gewoon in haar stoel en liep alleen als dat ergens voor nodig was, om in de keuken theewater op te zetten  bijvoorbeeld. “Ach kindje toch” zou zij vast gezegd hebben, “je loopt toch al prima. Waar is dat nu weer voor nodig?” Ja, dat waren andere tijden, hè?

Etalagebenen

Slecht nieuws, mensen. Mijn benen doen niet meer wat ze zouden moeten doen en tot nog toe ook altijd deden. Dat heet in de volksmond ‘etalagebenen’. Er is ook een Latijnse naam voor, maar die ben ik vergeten.

Ik was op de 3-maandelijkse controle bij mijn diabetesverpleegkundige Bernadette en toen wij het over beweging kregen, zei ik wat nonchalant: “Ja, de laatste tijd loop ik wat moeizamer, ik moet af en toe even stoppen maar dan gaat het weer, hoor. Zal wel de leeftijd zijn, denk je niet?” Nee, dat dacht zij helemaal niet. Zij dacht aan etalagebenen. Ik moest dan en dan terugkomen en dan zou zij het onderzoeken. En het was zo.

Voor verdere controle moest ik naar de vaatschirurg. Ach dat zal wel een tijd duren, dacht ik optimistisch. Maar nee, de volgende dag werd er gebeld en een afspraak gemaakt. Ik kreeg extra medicijnen en werd vervolgens naar fysiotherapie verwezen om daar ‘looptherapie’ te gaan doen. Ook daar werd ik al meteen opgebeld en er werd een afspraak gemaakt voor een intakegesprek.

Dat heb ik inmiddels gehad en maandag (morgen dus) sta ik in alle vroegte op de loopband  (half 10 al). Er is mij veel uitgelegd, waarvan ik ook al veel vergeten ben van de schrik, maar het schijnt zo te zijn dat ik dóór moet lopen, als ik pijn krijg en dat dan mijn lijf nieuwe aders gaat aanmaken én dat gaat niet snel; het hele traject kan wel een jaar duren. Tjonge, ik ben er niet blij mee. Ik heb behoorlijk de pest in. Doe je vier of vijf jaar trouw je wandelingen en dan krijg je dát.