Sinds wij weer in het dolgelukkige bezit van een kat zijn, hebben wij bijna nergens anders oog voor. En Bing (Mr. Bingley officieel) die houdt niet alleen ons goed in de gaten, maar tegelijk kijkt hij zijn ogen uit, want er is zoveel te zien bij ons. Dat is nog eens een verschil met dat praktisch lege kamertje in het asiel. Hij zat daar overigens maar 14 dagen, maar toch … En de mogelijkheden zijn legio. Ren je bijvoorbeeld een balletje achterna, kan je zo leuk onder de banken door glijden. Lig je heerlijk bovenop een bank, ontdek je opeens een zwarte staart, die gepakt moet worden. En wij maar lachen, alsof we nog nooit een jonge kat hebben zien uh…doen. Dat hij zo snel gewend is, verbaast ons ook al zo. Hij komt enthousiast naar ons toe, als wij de kamer binnen komen, ’s ochtends maar ook als wij maar heel even weg zijn geweest. Wij zijn dermate gefascineerd, dat wij niet eens gemerkt hebben wat er zoal pal voor onze neus heeft afgespeeld en dat was niet niks, hoor. U kent die prachtige treurwilg, waarop wij uitzicht hadden
.
Nou, dit is er van over en eigenlijk nóg minder. Het lijkt wel alsof men wist dat onze aandacht ergens anders was. En zou dit de hele zomer ons uitzicht zijn?? Nu vraag ik u. Een dag later begon men onze hele stoep ondersteboven te woelen. Een lawaai dat ze maakten. Het is dat ‘onze’ Bing zô’ne stoere is, maar leuk vond hij het niet.
Kijk, ik heb een foto van die lui gemaakt en gevraagd of het niet wat zachter kon. Maar nee hoor, ze stonden daar zo’n beetje mij uit te lachen en zeiden dat ze met katten absoluut geen rekening konden houden. Maar inmiddels zijn ze naar huis en is de rust wedergekeerd. Bing is er moe van geworden en doet momenteel een fikse dut. Wel heeft hij gemerkt dat achter de deuren nog een veel grotere wereld is, maar die wordt steeds voor zijn neus dichtgedaan. Hij zal het allemaal nog mogen ontdekken, maar vier weken moet hij binnenblijven is ons gezegd en dat doen we dan maar.



