Na lang denken waar wij met de trein allemaal heen konden én wat wij alle drie leuk vonden –pa, ma en zoon Martijn- gingen wij gewoon naar Artis. Het zou heel mooi weer worden en dát gaf de doorslag. Ik gooide thuis nog mijn vest uit en deed mijn zomerjack aan, veel te optimistisch natuurlijk weer. We waren heel vroeg weggegaan en heel de ochtend was het nogal fris en stond er een koud windje. Pas ’s middags werd het wat warmer en zonniger. Maar toen werden wij al een beetje moe. Ja, wie gaat er ook zo vroeg op pad? Het was niet mijn idee, dat snapt u wel.


Maar goed, er zijn verblijven daar waar het lekker warm is, het reptielenhuis en de vlindertuin bijvoorbeeld. Het was voor het eerst dat ik die warmte echt waardeerde.



We bekeken veel dingen waar ik normaal niet zo vaak kom, maar die zoon M. waardeert, het Insectuarium en het Aquarium. Zo was het een mooi maar ander bezoek dan ik gewend ben en dat is natuurlijk ook wel eens goed. Die beesten zitten er per slot ook niet voor Jan Joker. En als je die verhalen bij de insecten gaat lezen, is dat een vreselijk gevaarlijke wereld. Men vecht en knokt, men spuugt gif naar elkaar, maden vreten een ander dier van binnen leeg om zelf groot te worden en dat doen ze zo slim dat ze de belangrijkste organen zo lang mogelijk in tact laten…akelig hè? Ik ben helemaal verbaasd dat er nog insecten over zijn gebleven. Enfin, het was een mooie dag, leerzaam ook en het is gezellig zo met z’n drieën op stap te zijn.