Er was eens een varkentje, maar geen gewoon varkentje, hoor. Hij was het mooiste beessie van heel het dorp. Hij had al heel wat prijzen gewonnen en er kwamen er vast nog veel meer, bij zo’n knapperd als hij is.

Boer Piet en zijn vrouw Martha zijn dan ook heel trots op hem. Nu zullen jullie misschien denken, dat de andere dorpelingen wel jaloers zouden zijn, want hun honden, poezen, en kippen mochten er toch ook wel zijn? Natuurlijk mochten die er zijn, maar ja, tegen dit varkentje konden zij nu eenmaal niet op.

Het beessie vond dit zelf ook nogal vervelend en zei steeds maar: “Sorry, sorry hoor”. Op een dag zette de boerin haar passpiegel buiten om die eens goed schoon te maken. Varkentje Sorry ging er eens naar kijken en plots zag hij zichzelf van boven naar beneden.

“Tjonge”zei hij, deze kant is wel mooi, ja. Maar de andere kant zal niet veel soeps zijn…” en hij draaide zich om. Hij zuchtte ervan: “Deze kant ook al, verdorie”. En alle kanten waren zo prachtig, tot zijn stomme verbazing, vooral zijn bipsje met een lieftallig krulstaartje. Intussen zette boerin Martha, die nogal eens verstrooid was, de kraan wijd open; het stroomde en stroomde tot de grond van Sorry één grote modderpoel was geworden en varkentje Sorry ging daar eens heerlijk in liggen rollen. Dat had hij nooit meegemaakt en wat was dat lekker. De dieren die er dichtbij woonden, hoorden het water en het gespetter en al gauw kwamen alle dieren kijken wat er aan de hand was. Wat zagen zij? Iets ronds en zwarts, iets heel lelijks en vies ook nog. “Knorr, knorr, sorry… maar het is toch lekker. Nu zijn jullie de allermooisten! Allemaal samen”.

Dat vonden de deren heel leuk natuurlijk. Maar daar kwam de boer al aangelopen: zijn trots onherkenbaar vies en vuil! “Dat varkentje zullen we eens gauw wassen”zei hij en watsj, hij gooide er flink wat emmers water overheen, net to lang tot er weer een vrolijk schoon varkentje te voorschijn kwam. “Sorry sorry boer Piet”knorde hij. “Welnee, zei de boer, voortaan krijg jij iedere week een lekker modderbad en dan maar geen prijzen meer. Nou, eind goed, al goed, dat kan je rustig stellen, me dunkt.
foto’s: Martijn de V.